zelfregie
  • Afdrukken
>> Welkom op zelfregie.com / Uitwisseling van informatie, ervaringen en kennis over versterking van het zelfregulerend vermogen |

Versterking zelfregulerend vermogen

Onderzoek
Theorie-en methodiekontwikkeling
Scholing

In deze rubriek vind je allereerst een korte beschrijving van mijn ontwikkeling in het denken over veranderen. Een nadere uitwerking van mijn benadering vind je in de drie deelrubrieken.

In mijn boek Veranderen in meervoud, een driedimensionale kijk op de sociale veranderkunde (14e druk 2015) pleit ik voor het zoeken naar een brede en integratieve benadering van veranderen. In zulke benadering zou zoveel mogelijk recht moeten worden gedaan aan elk van de drie in het boek behandelde stromingen: de sociaal-technologische manier van denken over veranderen, het persoonsgerichte-interpretatieve model en de maatschappijkritische benadering van veranderen. Veel studenten en beroepskrachten in de sociale arbeid hebben in de afgelopen dertig jaar deze boodschap verstaan. Een aantal van hen heeft met hulp van deze drie veranderkundige modellen zijn of haar eigen model geconstrueerd, geprobeerd dit in de beroepspraktijk toe te passen en op basis van zelfevaluatie en feedback die benadering verfijnd.

Ook zelf ben ik aan de slag gegaan met het zoeken naar een verantwoorde integratieve benadering. Hopelijk sluiten mijn onderzoeken, overdenkingen en bevindingen aan bij hetgeen jullie zelf hebben gevonden. Ik hoop je als professional, maar ook als burger met deze website te ondersteunen in het verder verdiepen en onder woorden brengen van je eigen veranderbenadering. Mijn criterium voor een goede benadering is, dat hij goed is afgestemd op wie jullie zelf zijn als persoon, op de andere mensen om je heen en op de hedendaagse maatschappelijke en ecologische wereld waarin we ons bevinden.

In mijn denken ben ik vertrokken vanuit de praktijk van hulpverlening, vorming en onderwijs waarin de kernwaarde centraal staat die in de titel van deze website naar voren komt: het aanspreken en versterken van de zelfregie van individuen, groepen en organisaties van zowel cliënten als professionals. Daar ligt in mijn ogen de meest basale opdracht van iedere vorm van sociaal werk. Die opdracht heb ik met behulp van praktijkgericht onderzoek en uitwisseling van ervaringen met professionals kritisch onderzocht en nader uitgewerkt. Mijn zoektocht is voorlopig geëindigd met het voorstel voor een reflectiekader met negen basisprocessen van veranderen: drie (meta)cognitieve, drie intrapersoonlijke en drie maatschappelijke basiscompetenties en - condities. Het reflectiekader is bedoeld als een oriëntatiekader voor het praktisch handelen van cliënten, burgers, vrijwilligers en professionals.

Laat ik nog eens wat verder ingaan op het zoekproces dat aan deze veranderkundige benadering ten grondslag ligt.

Zoals gezegd, ben ik veranderen gaan opvatten als een vorm van zelf sturen, dat wil zeggen als het handelen van actieve subjecten met het oog op het realiseren van een bepaalde waarde bij zichzelf en in hun omgeving. Mijn axioma was dat niet alleen professionals maar in principe alle mensen in hun dagelijkse leven met veranderen bezig zijn, dat wil zeggen met het beïnvloeden van zichzelf en de omgeving in een door hen gewenste richting.
Dit eenvoudig lijkend uitgangspunt van betekenisgeving blijkt bij nader inzien veel consequenties te hebben voor de manier van kijken naar maatschappelijk werk, organisatieontwikkeling, coaching, advisering, cultureel werk, sociaal-pedagogische hulpverlening, management en opleiding. Ik ben gekomen tot een flink aantal kritische vragen dat bij dit thema moeten worden gesteld. Ook heb ik geprobeerd om met behulp van praktijkgericht onderzoek de voorwaarden te formuleren waaronder zelfsturing een geschikt concept kan zijn voor sociale beroepen.

Allereerst deed ik een historisch onderzoek naar veranderkundige theorieën en praktijken van sociale interventie. Daarin heb ik gezocht naar centrale betekenissen van het begrip 'veranderen' als vorm van sturen en zelfsturen. In de geschiedenis ben ik op zoek gegaan naar een handelingsgeoriënteerde stijl van denken waarin de zelfregie van mensen het vertrekpunt vormt. Zo'n handelingsgeoriënteerde stijl van denken blijkt terug te komen in diverse wetenschappelijke disciplines, zoals psychologie, pedagogiek, andragogiek, bedrijfskunde, sociologie, filosofie, ethiek, politicologie en organisatieverandering.
Vanuit dit historisch onderzoek kwam ik tot een cartogram van veranderen waarin kernelementen van veranderkundig handelen in een bepaalde samenhang zijn gezet. Die samenhang bestaat uit drie nauw onderling verweven kerngebieden van menselijk handelen:
*
een (meta)cognitief proces van sturen en afstemmen op zichzelf en omgeving
*
een intrapersoonlijk proces van sturen en afstemmen op zichzelf en omgeving
*
een sociaal-maatschappelijk proces van sturen en afstemmen op zichzelf en omgeving.
D
it historisch onderzoek viel samen met mijn promotieonderzoek naar de methodiek van maatschappelijk werk (Donkers 1999). In dit onderzoek heb ik het empirisch fundament gelegd voor een constructieve en contextuele benadering van hulpverlening in het Maatschappelijk Werk.

Vervolgens heb ik samen met een onderzoeksteam van HBO-docenten het handelingsvermogen van de dorpsgemeenschap Dreumel, een dorp in het land van Maas en Waal, onderzocht. Het is de analyse van het verhaal van een opbouwwerker in het kader van de vraag of men ook op het niveau van een dorpsgemeenschap zou kunnen spreken van ‘versterking van het zelfregulerend vermogen' en wat dit dorpsvermogen dan zou kunnen inhouden. De benadering van de opbouwwerker is vergeleken met die van de benadering van de maatschappelijk werkers uit het promotieonderzoek. Geconcludeerd werd onder meer dat het hier om een heel bepaalde manier van kijken gaat. Het dorp wordt namelijk opgevat als een zelfregulatoir handelingssysteem.

Daarna deed ik onderzoek naar de methodiek van Culturele en Maatschappelijke Vorming. Dit betrof een samenwerkingsproject tussen vierdejaarsstudenten, HBO-docenten CMV en beroepskrachten uit het werkveld van CMV. De achterliggende vraag was of de zelfregulatiebenadering die afkomstig was uit onderzoek naar de methodiek van Maatschappelijk Werk, ook bruikbaar zou zijn voor CMV. Daar wordt immers in een heel andere context met anderssoortige doelstellingen niet zozeer met individuen, maar meer met groepen gewerkt.
V
ervolgens heb ik een driejarig kwalitatief onderzoek gedaan naar omgaan met agressie op het VMBO. Het gevonden reflectiemodel met negen basisprocessen is in dit onderzoek toegepast op het omgaan met agressie van leerlingen, schoolmedewerkers en managers van het VMBO. Zelfregulering verschijnt hier niet alleen op het niveau van individuen en groepen, maar ook op institutioneel niveau. Vanuit dit concept zijn talrijke aanbevelingen gedaan ter versterking van het zelfregulerend vermogen van de VMBO-school in het omgaan met agressie (voor verslag zie boek 'Naar een veilige school' Lemma 2008).

Vanuit deze vier praktijkgerichte onderzoeken is er een fundament gelegd onder een bepaalde veranderkundige benadering waarin versterking van het zelfregulerend vermogen een kernconcept vormt. Ik veronderstel inmiddels dat het gevonden reflectiemodel met zijn negen basisprocessen bruikbaar is voor het breed terrein van de sociale veranderkunde.

Natuurlijk zitten er begrenzingen aan deze benadering. Daarbij gaat het om normatieve grenzen van het concept en om de lastige vraag of de omgevings- en beleidsgerichte benadering van sociale interventie in dit model wel voldoende is gedekt. Het laatste woord is hier niet over gezegd. Wat betreft de normatieve grenzen en ethische fundering van het zelfreguleringsconcept verwijs ik naar het stuk Poging tot ethische fundering van het zelfreguleringsconcept (2014) (zie Documenten). 

De breedte van het hier gepresenteerde onderwerp noopt uiteraard tot bescheidenheid. Tussen diverse burgers, individuen, groepen, professionals, disciplines, beroepen en werkvelden van sociale interventie bestaan natuurlijk immense verschillen. Die kunnen we niet zomaar op één hoop gooien. Dat is ook niet mijn bedoeling. De hier gepresenteerde benadering van social changing verwoordt in eerste instantie slechts de aanpak van een aantal onderzochte cliënten en professionals in het brede veld van sociale interventie. De gepresenteerde aanpak is natuurlijk niet kenmerkend voor alle burgers, vrijwilligers, uitvoerende professionals en managers. Niettemin verwoordt ze een belangrijke intentie van velen, namelijk het willen aanspreken en versterken van het zelfregulerend vermogen van individuen en sociale verbanden. Ik hoop dan ook dat velen zich in de hier geschetste benadering herkennen.

In de volgende drie deelrubrieken zal ik een en ander verder uitwerken.


 

 

[1] Met cliënten worden de mensen bedoeld aan wie de veranderkundige advies, hulp of (bege)leiding geeft. Het zijn burgers in de rol van klant, buurtbewoner, consument, werknemer, vrijwilliger, bestuurslid et cetera. Als het om een sociaal verband gaat - gezin, team, instelling, organisatie, netwerk of samenlevingsverband -, dan wordt ook wel gesproken van cliëntsysteem.

 


Copyright © 2007-2024 Zelfregie.com